De Feldenkrais methode

Dit is een methode van bewegen die mensen helpt om, door middel van het zich bewust worden van hun bewegen, de sleutel te vinden tot optimaal functioneren. Het uitgangspunt bij de zoektocht naar een optimale manier van bewegen is het volgende: Hoe beweegt een lichaam zich met een minimum aan inspanning en een maximum aan efficiëntie. Essentieel kenmerk van het mens-zijn: het vermogen een leven lang te blijven leren. De Feldenkrais methode kent drie belangrijke pijlers.
1. De menselijke ontwikkeling. Het menselijke zenuwstelsel herbergt ontelbare mogelijkheden in zich. Welke mogelijkheden gebruikt gaan worden is afhankelijk van: bewegingservaring (als kind en als volwassene), opvoeding maar ook maatschappelijke waarden en morele codes die iemand in het leven tegenkomt.
2. Ons zelfbeeld Dit kun je omschrijven als ons unieke geschiedenisboek, samengesteld uit bewegen, waarnemen, denken en voelen. We kunnen er voor kiezen dit zelfbeeld te veranderen, er elementen aan toevoegen of het te laten zoals het is.
3. Het leerproces. Een belangrijk kenmerk hierbij is het zelf ontdekken. Als we waarnemen hoe we bewegen kunnen we nieuwe mogelijkheden toevoegen. Hoe lager de intensiteit van de prikkels hoe makkelijker er nuances waargenomen kunnen worden.

  • Via bewuste aandacht voor bewegen inzicht krijgen in je eigen functioneren.
  • Leren richten van aandacht.
  • Eigen gewoontes/voorkeuren leren kennen. In bewegen, waarnemen, denken en voelen.
  • Via het gidsen van de bewegingen andere mogelijkheden leren kennen.


  • FELDENKRAIS bestrijkt m.n. de gebieden Bewegen, Waarnemen en Denken.
    En geeft meer zicht op de onderlinge beïnvloeding van alle gebieden.



    Tijdens de intake en gedurende de behandelingen let ik op:

  • De ontwikkeling van de klacht in het heden en verleden.
  • Houding en beweging in relatie tot de klacht.
  • In hoeverre hebben stress en spanning een relatie met de klacht.
  • De onderlinge verhouding tussen het bewegen, waarnemen denken en voelen. De zgn. bewegingsorganisatie;
  • De mate van bewustzijn van het eigen bewegen.
  • De mate waarop spanning, adem, het steun- en bewegingsapparaat bewust aangestuurd kan worden.
  • De omgang met emoties en gevoelens.


  • Bewustwording: hoe werkt dat in de praktijk?

    Om meer inzicht, maar vooral ook meer invloed op je eigen functioneren te krijgen blijkt bewustwording van de volgende functies/vaardigheden en hun onderlinge beïnvloeding van groot belang. Vijf essentiële functies of vaardigheden die ik binnen mijn behandelingen uitgebreid en afwisselend in de aandacht wil brengen. Het zijn functies waar iedereen dagelijks mee bezig is, ieder doet dat op z’n eigen manier en vaak grotendeels onbewust.

    Dit zijn de ‘functies’ waarmee ik werk (emoties nog even buiten beschouwing gelaten):


    Spierspanning.
    Neem je waar in hoeverre de spieren gespannen of ontspannen zijn? Kun je de spieren ontspannen? Aanspannen? Ontspanning, rust en vermindering van prikkeling is van belang als je wil leren over de hieronder vermelde functies. Ook het herkennen van emoties en gevoelens wordt hierdoor gemakkelijker. Het wel of niet aanspannen van spieren wordt vanuit de hersenen aangestuurd. Bewust of onbewust. Je kunt altijd met je aandacht naar de spier om waar te nemen of hij is aangespannen.

    Steunfunctie.
    Hoe dragen wij ons zelf? Bewustwording van deze functie helpt ons deze functie beter te benutten. Het heeft met houding te maken en met hoe we de zwaartekracht op ons skelet laten inwerken. Als we deze functie slim besturen, kost staan of zitten weinig (spier)inspanning. Gevoel voor de steunfunctie helpt de andere functies. Kunnen ontspannen is voorwaarde om efficiënt van deze functie gebruik te maken.

    Beweegfunctie.
    Hoe bewegen wij? Hoe bewust zijn wij ons hiervan? Welke richting heeft de beweging? Hoe werken de verschillende lichaamsdelen samen? Hoe inspanning lever ik? Hoe efficiënt verloopt deze beweging? Wat is de snelheid van deze beweging? Dat we ons bewegen weten we wel, maar hoe we ons bewegen is veel minder duidelijk. Het meeste van ons bewegen gaat automatisch, we hoeven er niet bij na te denken. Dat is ook precies het voordeel. Het nadeel ontstaat pas wanneer er klachten/problemen aan ons bewegingsapparaat ontstaan. Dan werkt de automatische piloot niet meer goed. We hebben vaak geen idee hoe we deze beweging normaal deden en wat de alternatieven zijn. Steunen en bewegen doen we tegelijkertijd.

    Ademfunctie.
    Hoe ademen wij? Hoe bewust zijn wij ons hiervan? De ademfunctie valt net zo goed onder het bewegen als onder het voelen. Het is het kruispunt tussen bewegen en voelen. Hoewel de ademfunctie vanzelf hoort te gaan, kan op elk gewenst moment de controle overgenomen worden. Dit is een ongewenste situatie. Het lichaam zelf regelmechanieken die de ademhaling altijd beter regelen dan bij bewuste controle mogelijk is. De ademhaling is wat mij betreft een thermometer voor de mate van stress. Ook is de ademfunctie een onderdeel van de steunfunctie; Het maakt gebruik van de ademruimtes in de romp. Hoe deze ruimtes gebruikt worden heeft invloed op de vulling ervan.

    Herkennen van emoties.
    Hoe herken je emoties? Herken je de emotie zelf? Herken je de emotie aan de reacties in je lijf? Verandering van spierspanning, houding en/of een verandering van je adempatroon? Als de emoties en gevoelens niet zo hevig zijn, is het effect op ons functioneren niet zo herkenbaar. Het bovenstaande schema blijft dan zoals het is. Naarmate de emoties heftiger worden, zal de invloed die emoties en gevoelens op ons functioneren hebben duidelijker worden. Ik zal nu in het schema plaatsen hoe emoties of gevoelens de andere functies dan kunnen beïnvloeden.



    Emoties en gevoelens zijn onderdeel van ons handelen. Ze hebben invloed op ons denken, waarnemen en bewegen. Het herkennen, erkennen en een bewuste keuze maken wat er mee te doen, verminderd de spierspanning en ademweerstand en vergroot de daadkracht.

    Indicaties:

  • Overbelastingsklachten als gevolg van een matig houdings- en bewegingspatroon. (o.a. nek-, schoudergordel-, rug-, heup- en knieklachten)
  • Spanningsklachten. (o.a. spanningshoofdpijn)
  • Ademproblematiek. (o.a. hyperventilatie en COPD)
  • Een combinatie van bovenstaande.
  • Chronische klachten (nek, schoudergordel, rug, heup en spanningshoofdpijn).
  • CANS (o.a. RSI)


  • Hebt u een verwijzing van een arts nodig?

    Ik geef er de voorkeur aan dat U via uw (huis)arts met een verwijzing voor oefentherapie Cesar naar mij toe komt.

    Sinds Juli 2008 kunt U echter ook gebruik maken van de DTO : Directe Toegankelijkheid Oefentherapie. In dat geval zal er, voordat de behandeling aanvangt, eerst een screening plaatsvinden, waarbij duidelijk moet worden dat:
  • U met uw klachten bij mij aan het juiste adres bent.
  • Er geen symptomen (rode vlaggen) aanwezig zijn waarvoor u alsnog eerst een arts zal moet raadplegen.


  • Wordt de behandeling vergoed door de ziektekosten verzekering?

    Behandelingen oefentherapie worden meestal vergoed vanuit de aanvullende verzekering. Het aantal behandelingen dat vergoed wordt, is afhankelijk van de dekking van uw aanvullende verzekering. U kunt dit navragen bij uw Ziektekosten verzekering.

    Er zijn 2 uitzonderingen waarbij vergoeding plaatsvindt vanuit de Basisverzekering:
  • U bent jonger bent dan 18 jaar (2 x 9 behandelingen per kalenderjaar)
  • U hebt een diagnose die voorkomt op de lijst ´chronische indicaties` (vanaf de 10e behandeling)




  • Webdesign & Online Marketing 123webidee